voor 4 personen

Bereiding
1
Water met bouillonblokjes aan de kook brengen, dan de vis erbij en deze circa vijf minuten pocheren (niet koken). De vis uit het vocht nemen en laten uitlekken. De bouillon bewaren. De vis in een kom doen. De gesnipperde ui in een koekenpan laten garen – pas op dat deze niet bruin wordt.
2
De vis met een vork prakken. Ui, ei, azijn en kruiden erdoor mengen, met de handen – dus niet met een staafmixer. Voeg zout en peper en circa 4 eetlepels kookvocht toe. Elke keer een beetje paneer- of matsemeel toevoegen tot een soepel ‘visdeeg’ ontstaat en laat dit circa een uur in de koelkast opstijven. Vorm er daarna 4 centimeter dikke, ovaalvormige, koekjes van en bestrooi ze met paneermeel. Circa een half uur laten rusten.
3
De beste manier van bakken is in vloeibare margarine; de korst wordt niet te hard, de viskoekjes zijn minder vet, en de smaak is minder olieachtig. Als ze mooi lichtbruin zijn legt u ze op keukenpapier om uit te lekken.
Tip
Ik maak altijd dubbel zoveel viskoekjes als ik denk nodig te hebben. Wat overblijft gaat in de diepvries. Soms is er geen tijd/zin om te koken, of er meldt zich onverwacht visite, dan biedt het vriesvak uitkomst. Het beste kunnen ze in bevroren toestand worden gebakken op een laag vuurtje.
Mierikwortelsaus
Het makkelijkst is een potje kant-en-klare mieriksaus. Doe dit in een kom en meng de geraspte biet, de crème fraîche en citroensap er door. Het lekkerst echter is verse mierikwortel. Deze rasp je en meng de bovenstaande ingrediënten er door.
Ingrediënten
750 gram Victoriabaarsfilet, of andere visfilets
1½ ui - fijngesneden
1 ei
2 eetlepels bladpeterselie - fijngehakt
2 eetlepels grove matze- of paneermeel
½ eetlepel geraspte nootmuskaat
1½ eetlepel rode azijn
2 tabletten visbouillon
4 eetlepels vloeibare margarine
1 citroen - in plakjes gesneden
zout en peper naar smaak
grove paneermeel om de viskoekjes te paneren
Saus
1 mierikwortel
1 grote rode biet - rauw
½ eetlepel crème fraîche
½ theelepel citroensap