voor 4 personen
Wat is Israël toch een mooi land. Ondanks het feit dat ik er heb gewoond en het vaak onze vakantiebestemming is, ontdek ik steeds nieuwe locaties en interessante innovaties. Neem bijvoorbeeld het wegennet, dat in enkele jaren tijd een West-Europees niveau heeft bereikt. Waarbij ik graag vermeld dat het niet enkel het aangebrachte asfalt betreft, maar langs de wegen zijn (palm)bomen gepland, allerlei ‘bodembedekkers’, bloemen en groen. En je ziet nauwelijks zwerfvuil in de bermen. Werkelijk een lust voor het oog! Keurig wordt je naar stad, dorp en bezienswaardig-heid geloodst. Je kunt de GPS gewoon thuis laten, ware het niet dat eenmaal in een stad, op een enkele uitzondering na, nergens is bewegwijzerd hoe je er weer uit kunt. Borden met ’Alle richtingen’ blijken een overbodige luxe.
Over nieuwe locaties ontdekken gesproken: op een terrasje van een koffiehuis in Daliyat al-Karmel kwam Ellen in gesprek met een paar Druzen. Ze vroegen haar of we het Karmelietenklooster kennen, enkele kilometers verderop. Nou nee, daar hadden we nooit van gehoord. Omdat we niet te beroerd zijn voor nieuwe uitdagingen reden we even later door een uitgestrekt bosachtig gebied, waar af en toe een koe overstak, richting Karmelietenklooster. Over pastoraal gesproken! Vanaf het dak van dit klooster – waar nog maar vier monniken leven - heb je een fascinerend uitzicht over het Dal van Jisraël met zicht op Nazareth, Beth Lechem Haggelilit – dat we een dag later zouden bezoeken – tot de besneeuwde toppen van de berg Hermon. Een stuk of zes ooievaars vlogen geruisloos over en doken enkele kilometers verderop naar beneden, waar water is. Over pastoraal gesproken! Ik hoop dat je dit niet verder vertelt, want voordat je het weet kent half Nederland die plek en dan is wat mij betreft de gein er af.
Wat je ook niet verder moet vertellen is dat in het dorpje Beth Lechem Haggelilit een enorm schuurachtig gebouw staat waarin eindeloos veel tafels met daarop waanzinnig veel kruiden, kruidenmelanges en theesoorten en is er een ruimte met keukengerei. Kortom: gastronomen en hun sympathisanten krijgen hier een ongebreidelde koopaanval. Gezellig. Je kunt zelf zakjes vullen met vis- vlees-, rijst- en wat al niet voor kruiden. O mijn God, wat was ik daar hebberig! Na een klein uur hadden we bijna dertig zakjes met kruiden waar weinig mensen in ons land van hebben gehoord. De zakjes werden keurig over twee draagtassen verdeeld. Pas toen we terug in Amsterdam waren, bleek dat we een tas waren vergeten en ‘maar’ 17 zakjes bij ons hadden. Een goede reden om snel weer naar Israël te gaan met vooral een bezoek aan het Karmelietenklooster en de kruidenweelde van Beth Lechem Haggelilit.
Met onze vriendin Raymonde, mijn onvoorwaardelijke kookgoeroe, hebben we na de kruidenweelde in haar woonplaats Rechovot in een Thais restaurant met de dichterlijke naam ‘TukTuk’ – gegeten. TukTuk is volgens mij een gemotoriseerde riksja. Vooral de groene rijst – groen vanwege de kruiden – met vlees beviel zo goed dat we er een paar dagen later daar weer de benen onder tafel hebben gestoken.


Bereiding
1
Aan de reepjes vlees voeg je wat zout toe en ketjap. Laat het ongeveer een half uur buiten de koelkast marineren.
2
In een pan met dikke bodem giet je wat zonnebloemolie, laat het warm (niet heet!) worden en voeg de rijst toe. Roer het gedurende een minuut of 3 à 4 om en voeg daarna zoveel water toe dat het de rijst circa 3 centimeter bedekt. Voeg de groene pepers, gemberwortel, koriandersteeltjes, knoflook en het pijpje kaneel toe. Even roeren tot de massa kookt. Deksel op de pan en op een laag pitje circa 8 minuten laten garen.
3
Bak de auberginerepen in een koekenpan met olie tot ze goudbruin zijn, voeg de uiringen toe en laat op een laag pitjes al roerende nog circa 3 minuten garen. Apart zetten.
4
De pan van het vuur nemen en roer het vlees, de aubergine/ui, de kokosmelk, koriander- en basilicumblaadjes er door. Wel even het pijpkaneel er uitvissen. Nog tien minuten laten staan, dan op een schaal doen. Maak de rijstkorrels los met een vork en besprenkel de rijst met limoensap en strooi de rest van de korianderblaadjes er overheen.
Ingrediënten
500 gram bieflappen, in smalle repen gesneden
4 kopjes pandangrijst
2 groene pepers, fijngehakt
1 kopje kokosmelk
½ eetlepel limoensap
Zeer fijn hakken:
2 eetlepels basilicum
1 eetlepel koriandersteeltjes
2 eetlepels korianderblad
(ook voor garnering)
2 teentjes knoflook
stuk (±4 cm) verse gember
In reepjes snijden:
1 grote ui
1 aubergine
1 pijpje kaneel
1 theelepel sambal oelek of groene schouq - een soort Jemenitische sambal
2 eetlepels ketjap
zonnebloemolie om de rijst, aubergine en ui in te bakken
zout naar smaak