top of page
(Schilder)kunst, de entartete vijand

‘Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is.'

 

Een willekeurige (nou ja) greep: Amedeo Modigliani, Felix Nussbaum, Marc Chagall, Frieda Kahlo, Max Liebermann, Camille Pissaro, Chaim Soutine, Max Liebermann, Isaac Israëls… Juist, goed geraden; Het zijn joodse kunstschilders.

De prachtige portretten die Modigliani schilderde van bijvoorbeeld zijn geliefde Jeanne Hébuterne en een vriend, de Poolse dichter Leopold Zborovsk, maar ook zijn in poëtische kleuren en plastische vormen geschilderde naakten zijn onovertroffen. Modigliani behoort tot mijn favoriete kunstenaars. Zo ook Max Liebermann. Zijn schilderij ‘Samson en Delila’ is een van de meest aangrijpende op de Bijbel (het boek Richters) geïnspireerde kunstwerken in de moderne kunst.

Zoals bekend zijn musea waar kunst tentoongesteld wordt en kunstgaleries niet bepaald plekken waar (ultra) orthodoxe Joden graag vertoeven. Want kunst – in het bijzonder afbeeldingen van mensen m/v – is een vergrijp tegen de wetten van God, die naar verluidt de mens heeft geschapen met het vermogen om vrije keuzes te maken. Wat mij trouwens logisch lijkt, anders waren we niets meer of minder dan robotten, of nog erger.

Maar wat is vrije wil als van Hogerhand wordt gesteld dat de Joodse mens geen beeltenis mag maken, geen met roomboter besmeerd broodje ham mag eten, of op sjabbes niet een potje mag voetballen? Een ultra-orthodoxe Jood laat zich vanwege dat afbeeldingsverbod niet fotograferen. Paniek, hoed voor zijn gezicht als een camera op hem wordt gericht. Oj gewallt. Ook bij orthodoxe moslims en binnen bepaalde christelijke stromingen is dit dwingende “Gij zult niet” (Want anders...) geen onbekend fenomeen.

Ik heb me laten vertellen, en heb gelezen, dat het afbeelden van mensen - zelfs als zij decent zijn gekleed - een dubieuze affaire is. Staat de mens echter naakt afgebeeld, dan heeft de orthodoxie daar bij voorbaat al de banvloek over uitgesproken. Naakt mag niet, staat in Tenach. Dat zal best wel; er staat heel veel in Tenach.

Daarom dus die afwijzing van beeldende kunst in het algemeen en in het bijzonder van het (naakte) menselijk lichaam.

Ook heb ik mij laten vertellen, en heb ik gelezen, dat (als ik het goed heb begrepen) een menselijke gestalte wél mag worden uitgebeeld, vermits die afbeelding niet compleet is. Dus als de afgebeelde dame of heer, maagd of Adonis, door kleding omhuld is en lichaamsdelen ontbreken (!) – zoals de Venus van Milo. Doch dan moet de betreffende figuur als reliëf in een muur of nis zijn aangebracht. Poeh.

Het kan nog erger: De mens mag niet en face worden afgebeeld, maar het mag, deo gratias, wel en profil. Poeh, poeh.

Het kan nóg erger: Het verbod op beeltenissen wordt tot in het extreme toegespitst als het gaat om de weergave van het menselijk gezicht. Hilarische voorbeelden hiervan zijn versieringen in middeleeuwse miniaturen, waarbij mensen met de kop van een vogel staan afgebeeld.

Hoe leg je zulke nonsens uit? Welaan, sommige “Bijbelvorsers” hebben de volgende diepzinnige verklaring bedacht voor het verbod om mensen volledig af te beelden: ‘Wie de mens volledig afbeeldt, doet afbreuk aan de mens als beeld van God. Hij suggereert dan namelijk dat de mens volledig af te beelden en (dus) te definiëren zou zijn. Het is toch bekend dat wij als unieke wezens der Schepping niet af zijn. Ons eindpunt is niet wat wij al zijn, zoals bij dieren. De bestemming van de mens is een nog niet voltooide opdracht. Als beelddragers van God zijn wij creatieve wezens met individuele vrijheid en verantwoordelijkheid. Bijgevolg behoort hij evenmin als God ‘afbeeldbaar’ te zijn’. Oh my God, wat ben ik nu aan een borrel toe!

Geen letter over Pellinkhof
Een paar jaar geleden exposeerde kunstschilder Joop Pellinkhof zijn serie 'Kabbalistische schilderijen' in het gemeentelijk Cultureel Centrum Gerard Behar in Jeruzalem. Het moet een eer zijn om als kunstenaar in deze stad te mogen exposeren - Toch? Tijdens de opening werd onder anderen het woord gevoerd door de beroemde – van oorsprong Nederlandse – professor Emanuel Tov, emeritus hoogleraar Bijbelstudies aan de Hebreeuwse Universiteit Jeruzalem.

Er waren dus redenen voor Pellinkhof om op wolkjes te lopen, ware het niet dat volgens hem en zijn partner binnen de gelederen van de Irgoen Oleh Holland - de immigrantenvereniging en  belangenbehartiger voor Nederlanders in Israël - een bijna xenofobische en weigerachtige houding ten aanzien van Pellinkhof en diens expositie ontstond. Zo is er bijvoorbeeld geen letter over de expositie gepubliceerd. Dit overigens in tegenstelling tot de Nederlandse Ambassade, die wel correct heeft gehandeld.

Dit onverschillige gedrag heeft voor Pellinkhof grote schadelijke gevolgen, zowel geestelijke als ook financiële.

Veel van het werk van Joop Pellinkhof (Zwolle 1947) is geïnspireerd door de Kabbala en met name de zogenoemde Levensboom. Daarom is het voor hem nog veel pijnlijker dat niet al zijn werk mocht worden geëxposeerd, omdat dit – althans een deel – aanstootgevend zou zijn. Zo werden schilderijen met afbeeldingen van onder andere een dame in het mikwe, en enkele andere doeken met blote mensen zoals 'Lilith en de schijngestalten', niet geaccepteerd. Andere schilderijen waar ook een zweempje naakt op stond, zijn weliswaar geaccepteerd, maar werden omgedraaid (!) voor de op dat moment aanwezige orthodoxe meisjes.

Het schilderij met de Bijbelse naam 'De Hel' mocht wel deel uitmaken van de expositie.

Nou weet ik even niet of het Jodendom de hel kent, maar als dat zo is zullen onder anderen de entartete Amedeo Modigliani, Felix Nussbau

m, Marc Chagall, Frieda Kahlo, Max Liebermann, Camille Pissaro, Chaim Soutine en Isaac Israëls daar zeker zijn beland. Joop Pellinkhof weet wat hem te wachten staat.’

beeld: Joop Pellinkhof

bottom of page